MenuSluiten
De afgelopen maanden is door Stichting VOMES samen met het werkveld hard gewerkt aan de wijziging van het Registratieschema 2e tranche.
Eerst zijn op basis van een analyse de risico’s voor de verschillende werkvelden in kaart gebracht. Vervolgens is een werkveldanalyse gemaakt. Hierin zijn de specifieke werkzaamheden van de verschillende competenties benoemd. Ook is de taxonomie van de Eind- en toetstermen eenduidiger gemaakt, waardoor duidelijker is beschreven wat de kandidaat moet kennen en kunnen.
Registratieplichthondengeleiders zal vervallen
In de werkveldanalyse is voorgesteld om de werkzaamheden van de hondengeleider niet langer te laten vallen onder de registratieplicht. Bij het trainen van honden worden weliswaar explosieven gebruikt, maar het gaat bij het trainen en keuren van hondengeleiders om kleine hoeveelheden explosieven, die bovendien niet worden gebruikt als explosief. Er is geen ontsteker aanwezig die het specifieke effect van explosieven kan veroorzaken. Aan het Ministerie is daarom geadviseerd om zowel hondengeleiders als hun trainers en keurders uit te sluiten van de registratieplicht.
OOO-werkveld
Voor het werkveld opsporing van ontplofbare oorlogsresten (OOO) is een werkgroep samengesteld die de Eind- en toetstermen voor de OOO-competenties heeft geëvalueerd. De grootste wijziging is het voorstel dat de praktijkvaardigheden van de Senior-deskundige OOO getoetst zullen worden aan de hand van de indiening van een portfolio en een gesprek daarover. Hierdoor wordt meer aangesloten op de toezichthoudende taken van de Senior-deskundige OOO.
Verder wordt voorgesteld om voor alle competentieniveaus zuiver te toetsen op de eisen die voor de uitvoering van het werk binnen het desbetreffende competentieniveau relevant zijn. Voor de hogere competentieniveaus is een verdieping aangebracht ten opzichte van de onderliggende niveaus, maar de stapeling van de toetsing is verwijderd. De toetsing wordt daardoor eenduidiger en er wordt niet meer vanuit de hogere niveaus terugverwezen naar lagere competentieniveaus. Een voorbeeld daarvan is dat munitiekennis bij de Assistent Deskundige OOO vooral gericht wordt op algemene kennis van de 16 hoofdsoorten om mogelijke OO te kunnen herkennen. Bij de (Senior-) Deskundige OOO wordt de vereiste munitiekennis gericht op identificeren en op basis daarvan besluiten te kunnen nemen voor het veiligstellen van de situatie.
Spring- en schietmeesters
Voor de S-werkvelden zijn generieke Eind- en toetstermen geformuleerd, waarbij voor de Spring- en Schietmeesters een specifieke 'kop' is toegevoegd. De eisen zijn compacter gemaakt, waardoor meer ruimte is om in interpretaties uitwerkingen te doen. Dit zal ervoor gaan zorgen dat in de toetsing flexibeler kan worden aangesloten bij veranderingen in het werkveld.
Schematisch kan de nieuwe indeling als volgt worden weergegeven:
Voorgesteld is om als entree-eis voor de Springmeesters en Schietmeesters op te nemen dat een passende vooropleiding zijn gevolgd. Dat kan bijvoorbeeld de opleiding van de HU/Expload, Sprengschule Dresden, Sprengschule Hannover, PECCS of een vergelijkbare specifieke bedrijfsinterne opleiding zijn. Dit zal nog nader worden uitgewerkt.
Inwerkingtreding
De Eind- en toetstermen zijn verzameld en eind maart 2024 in de vorm van een voorstel tot wijziging van het Registratieschema bij het Ministerie van SZW aangeboden. De wijzigingen die zijn voorgesteld in de 2e tranche zullen naar verwachting in de loop van 2025 in werking treden.