MenuSluiten
De zogenaamde S-werkvelden omvatten de competentieniveaus Schietmeester (SC), Springmeester 1 (SP1), Springmeester 2 (SP2), Springmeester industriële reiniging (SPIR) en Springmeester onder water (SPOW). Om zich te kunnen (her-) registreren moeten kandidaten een theorie-examen doen en een praktijkexamen afleggen.
Het theorie-examen bestaat uit multiple-choice vragen. De praktijktoetsing van de S-werkvelden vindt voorlopig plaats op basis van Interpretatiedocument VOMES-RKA-i004, gebaseerd op de vrijstellingsregeling in het Registratieschema. Op dit moment wordt gewerkt aan een gewijzigde opzet van de praktijktoetsing die zal bestaan uit een zogenaamd portfolio-assessment. We lichten dit graag toe.
In de werkpraktijk laat een schiet- of springmeester zien dat hij/zij beschikt over de bekwaamheden en vaardigheden om het werk veilig en op de juiste manier (nauwkeurig en ook voorbereid op onvoorziene zaken) uit te voeren.
De vaardigheden worden getoetst in een praktijkexamen, doordat de kandidaat een portfolio maakt waarin hij aantoont te beschikken over de vaardigheden die nodig zijn. Aan de hand van een format worden relevante werkzaamheden beschreven. Die werkzaamheden moeten voldoende niveau hebben en dat wordt bepaald door zogenaamde prestatie-indicatoren (PI). Dat is voor de kandidaat een belangrijke richtlijn. Deze prestatie-indicatoren zijn:
Wanneer de kandidaat de werkzaamheden heeft beschreven in het portfolio, wordt dat ‘afgetekend’ door zijn werkbegeleider (bij eerste registratie) of opdrachtgever / projectleider (bij herregistratie). Daarna kan hij het portfolio inleveren bij de examen-instelling. Na een eerste controle op juistheid en volledigheid, wordt de kandidaat uitgenodigd voor een zogenaamd portfolio-gesprek. In dat gesprek met twee examinatoren wordt de portfolio besproken en stellen de examinatoren vragen daarover, gebaseerd op de prestatie-indicatoren.
Op basis van dat portfoliogesprek geven de examinatoren een advies aan de examencommissie of de kandidaat de praktijkvaardigheden voldoende beheerst. De examencommissie neemt vervolgens daarover een besluit.
Samengevat:
Als het theorie-examen en praktijkexamen met voldoende resultaat is afgerond wordt een Verklaring positief examenresultaat afgegeven. Op basis daarvan kan de kandidaat bij Stichting VOMES verzoeken om (her)registratie in het Register Veilig omgaan met explosieve stoffen.
In het interpretatiedocument zal de precieze werkwijze van het portfolio-assessment worden beschreven. De Expertraad van de Stichting VOMES zal dit interpretatiedocument vaststellen. Er zal extra voorlichting worden gegeven aan de bedrijven die de opleidingen verzorgen. Tot die tijd vindt de praktijktoetsing plaats volgens de geldende versie van Interpretatiedocument VOMES-RKA-i004